Koper is voor de vis slechts in zeer kleine hoeveelheden noodzakelijk voor de aanmaak van enzymen. Een vergiftiging kan veroorzaakt worden door medicijnen (kopersulfaat), anti-alg producten, een te hoog gehalte in het grondwater of door koperen waterleidingbuizen (boiler). Uit sommige metingen blijkt dat er in de eerste honderden liter leidingwater een kopergehalte tot 2 mg/l aanwezig kan zijn. Hierna daalt dit tot 0.01 mg/l. Daarom kan men zeker in kleine vijvers of aquaria eerst wat water laten weglopen, vooraleer bij te vullen.
Koper is giftiger naarmate het water zachter en zuurder wordt. In hard water wordt het aanwezige koper gebonden door de talrijke carbonaationen. Dit complex slaat neer en verliest hierdoor zijn giftigheid. Koper kan voor een Koi vanaf 0.1 mg/l reeds toxisch zijn. Hoe jonger de Koi, hoe gevoeliger hij is. De schade vindt vooral plaats ter hoogte van de lever, de nier en de kieuwen. Hetgeen een verminderde zuurstofopname tot gevolg heeft. Bovendien zorgt koper voor een algemene verlaging van de immuniteit. Naast waterverversing en adsorptie door actieve koop, kan men het kopergehalte verminderen door het toedienen van chelatoren zoals EDTA. Deze binden zeer snel het aanwezige vrije koper.